w w w . 

s e g b a r s . n l
 

 

 

Over het werk

Het werk van Jack Segbars valt het best te omschrijven als een vastbijten op algemene beeldende problematiek, met als vehikel de schilderkunst waarmee deze problemen worden onderzocht.
Niettegenstaande de alsmaar uitwaaierende onderzoeksgebieden en het uitbreidende spectrum aan onderwerpen en media binnen de kunsten, wordt hier vastgehouden aan de schilderkunst als platform waarop de veranderende aspecten van beeldend onderzoek afgetast worden.
Het werk is, in meer of mindere mate, in te delen bij de Radicale of Fundamentele schilderkunst.

Kenkmerkend aan de werkwijze is dat het schilderij als object wordt gezien waarbij verf wordt gebruikt op een veelal procesmatige en methodische manier. Het oppervlakte van het schilderij, het uiteindelijke zichtbare resultaat, is de consequentie van de formeel uitgevoerde handelingen of beslissingen. De volgorde van stappen is meestal navolgbaar, te traceren en transparant. Deze transparantie vormt een onderdeel van de artistieke boodschap: de kunstenaar is niet de vertolker van ‘hogere en verborgen inzichten’ (er wordt geen mysterie, hogere waarheid gesuggereerd die uitsluitend aan de kunstenaar is geopenbaard, de kunstenaar is niet de sjamaan).

Er wordt vastgehouden aan het handmatige, ambachtelijke aspect van de schilderkunst. De uiteenzetting van de kunstenaar (en de kijker) met het doek wordt gehandhaafd. Deze methode levert veelal verleidelijke en tactiele beelden op ondanks hun conceptuele oorsprong. Deze esthetiek, die opgeroepen wordt door de nauwgezette, ambachtelijke techniek, lijkt in contrast te staan met de rigoureuze methodiek die geleid hebben tot deze beelden.

Een ander kenmerk wordt gevormd door de naar binnen gerichte uiteenzetting met de schilderkunst zelf. Het schilderij (en de formele bouwstenen ervan in ruime zin zoals het materiaal, de muur en tentoonstellingscontext) wordt geaccepteerd als element op het podium waarop de schilderkunst met haar traditie wordt neergezet. In die zin is het een stap voorbij de ‘Minimal Art’, de uitkomsten uit dat onderzoek (de gereduceerde formaliteit) vormen het startpunt voor een verdere verkenning; als het schijnen met een zaklantaarn in het reeds verkende en bekende, waarbij de formele werking van de zaklamp en het verkende bekend zijn.
Deze methode van schilderen bouwt hierop voort; aspecten als traditie, tijdsverloop, geschiedenis en het innovatieve karakter van de kunst worden de nieuwe onderwerpen waarmee wordt gewerkt.

This method of painting painting builds on this, and introduces aspects like tradition, the passing of time, history and the innovative character of art.

 
In de zoektocht naar een objectieve waarheid (de romantische queeste van de kunstenaar) is de schilder zelf, als schepper met zijn subjectiviteit, als vervuilend element in deze zoektocht komen staan. In de traditie van de abstracte en fundamentele schilderkunst is de problematiek van de objectivering altijd een kerngegeven geweest. De mens vertekent, door zijn natuur, het uitzicht op een objectieve waarheid in perceptie en in weergave. De keuzes en doelgerichtheid van de kunstenaar als ‘weergevende zingever’ zijn dus verdacht geworden.

 

 



Laatste werken

De laatste werken van Jack Segbars worden gekenmerkt door een zelfgenererend mechanisme, waarbij het toeval de vorm van willekeur heeft.
De motieven, kleurstelling en thema’s voor nieuwe werken komen voort uit eerdere werken. Bijvoorbeeld:
- de kleuren die overblijven van een eerder werk (of werken) worden samengevoegd en vormen de basiskleur voor een volgend schilderij,
- een motief uit een schilderij wordt geïsoleerd en uitvergroot, verkleind, of op enigerlei andere wijze aangepast,
- een schilderij wordt in een andere schaal vergroot/verkleind, waarbij vaak een afwijking wordt ingebouwd in kleurstelling of in maat.

Om een strakke begrenzing te krijgen gebruikt Segbars de techniek van het afplakken met tape. Hierdoor zijn tijdens het maken stukken van het schilderij niet te zien. Deze delen worden ‘blind’ afgemaakt zonder de gehele compositie te kunnen overzien. Deze blindheid/willekeur komt ook terug ook in de keuze van kleuren: soms wordt een palet gekozen aan de hand van hetgeen beschikbaar is in het atelier of door resten verf van andere werken samen te voegen.
De willekeur wordt eveneens door middel van de ‘druiptechniek’ onderzocht, waarbij de verf ,veelal gecontroleerd, door middel van ‘druipen’ de vorm kiest zoals de zwaartekracht het dicteert.

De kruisverwijzingen in thema’s en kleur komen ook terug in de titels.
Op deze manier wordt een evolutie met een eigen startpunt gesimuleerd, dit startpunt is bijna willekeurig en toevallig gekozen. Er ontstaat een zelfgenererend oeuvre dat geen inmenging van buitenaf meer nodig heeft, zichzelf ‘blind’ vormt en geen andere bestaansreden heeft dan dat het bestaat. Doordat het uitsluitend aan zichzelf refereert worden de dwangmatige wens tot innovatie binnen de kunsten en het originaliteitsdogma geïsoleerd en bevraagd.

Al de door Segbars gebruikte technieken hebben gemeen dat ze een toevalligheid simuleren maar toch de subjectiviteit van de maker intact laten en impliciet tonen. Wat overblijft is een ambivalente houding ten aanzien van de bereikbaarheid van de objectivering: de ‘ik’ stelt de parameters waarbinnen het toeval zijn ‘ding’ kan doen.
De maker maker houdt toch de eindverantwoording en niet een abstract systeem buiten hem.
Het absolute toeval noch de controle hierover bestaan niet en daarom moet de maker het met zijn eigen gebrekkige besluiten en drijfveren zien te doen binnen de zoektocht naar de ‘objectieve’ waarheid.
De romantische belofte zal dus nooit worden ingelost.